DE BRABANTSPORT INNOVATIEAGENDA
Brabant en innovatie gaan hand in hand. Daarom jaagt BrabantSport (technologische) innovaties op het gebied van sport aan en maakt deze zichtbaar. Het zijn allemaal innovaties die bijdragen aan onze inhoudelijke programma's. Daardoor helpt ook innovatie mee aan de algemene missie om Brabant sterker te maken door sport. Hoe we dit precies aanpakken? Je leest er alles over in de BrabantSport Innovatieagenda.
De BrabantSport Innovatieagenda richt zich op innovaties dia bijdragen aan de inhoudelijke programma's van BrabantSport: topsport & talentontwikkeling, evenementen en het BrabantSportFonds. Dit jaar ligt de focus op het thema topsport & talentontwikkeling. We zorgen er niet alleen voor dat met onze innovaties Brabantse topsporters een hoger niveau bereiken, maar ook dat topsporters van buiten Brabant naar onze provincie komen.
HIGHTECH TRAININGSTOOL VOOR BMX FREESTYLE
Alle bewegingen van BMX Freestylers monitoren om aan gerichte prestatieverbeteringen te werken? Het kan! Het Urban Sports Performance Centre (USPC) heeft “het Sports Motion Cature System” zelf ontwikkeld. Dit real-time trackingsysteem hangt in het hele park van Area51. Door de combinatie van dit trackingsysteem met een 360° smart videosysteem en sensoren op de BMX-fietsen en -rijders kunnen we atleten continu volgen terwijl ze trainen.
Daarbij verzamelen we informatie over snelheden, versnellingen, posities in het park en spronghoogtes. Maar ook hartslag, vermoeidheid, houding en kijkgedrag. Al deze data samen brengen we samen op één dataplatform. En dat is erg handig! Prestaties zijn zo makkelijker te onderzoeken en te vergelijken, waardoor er weer gerichte feedback gegeven kan worden. Dit komt weer ten goede aan de topsportprestaties. Naast het gebruik als trainingstool voor BMX Freestyle bestaan er kansen om met dit systeem ook op andere manieren de BMX Freestyle sport te helpen professionaliseren: denk aan ondersteuning van de jury en het versterken van ‘spectator engagement’ bij wedstrijden. Ook leent de tool zich er met enige aanpassingen voor om te gebruiken bij andere (urban) sportdisciplines.
3D SPIERECHO VOOR MEER INZICHT IN HET VERMOGEN DAT SPIEREN KUNNEN LEVEREN
Het PSV Top Performance Center is een samenwerking tussen PSV, Philips en TopSupport. In het project 3D Spierecho werkt het centrum samen met het InnoSportLab zwemmen en de VU. Het doel van dit project? Voetbal- en zwemcoaches helpen om de trainingseffecten van hun atleten te monitoren en het trainingsprogramma te optimaliseren, gebaseerd op de individuele spierkenmerken van deze atleten. Met een speciaal echoapparaat brengen ze bij de voetballers de hamstrings en bij de zwemmers de schouderspieren in beeld.
De hamstrings spelen een belangrijke rol bij explosieve sprints in het voetbal en de schouderspieren dragen in belangrijke mate bij aan het genereren van een groot (voortstuwend) vermogen bij het zwemmen. Met informatie per sporter over hoe de spieren eruitzien en hoe deze veranderen als gevolg van trainingen, kunnen coaches in hun trainingen (nog) meer maatwerk bieden. Hierdoor verbeteren de prestaties en gaan we blessures (door overbelasting) tegen. De uitkomsten gebruiken we in de training en begeleiding van topsporters, maar vanuit het project komt ook kennis beschikbaar voor (het tegengaan van blessures in) de recreatiesport.
SWIMSIGHT
Speciaal voor de zwemsport ontwikkelt het Innosportlab De Tongelreep Swimsight; een monitoringssysteem dat de belangrijkste parameters van een zwemsporter tijdens de training in beeld brengt en via een dashboard presenteert aan de coach en de sporter zelf. Het systeem verzamelt grote hoeveelheden data uit verschillende bronnen en reeds ontwikkelde technologieën (zoals het in 2021 ontwikkelde AI-gedreven 3D-analysesysteem en de hierboven genoemde 3D-spierecho). Het systeem biedt data over het aantal afgelegde baantjes, de slagfrequentie, de zwemtijden en de slagkeuze (gemeten met horloges en sensoren/camera’s).
Op basis van het monitoringssysteem kunnen coaches de trainingen nog meer afstemmen op de individuele zwemmers, waardoor de prestaties verbeteren en er minder blessures ontstaan. Doel is daarnaast te komen tot een betaalbaar systeem en aantoonbaar verdienmodel, zodat het project ook economisch wat kan opleveren.
TRAININGSBELASTING KWANTIFICEREN MET DRAAGBARE SENSORTECHNOLOGIE IN HET (TOP)TURNEN
Het InnoSportLab in ’s-Hertogenbosch houdt zich al jaren intensief bezig met het geautomatiseerd in beeld brengen van de trainingsbelasting van topturners. Om een goede, objectieve inschatting te maken van de belasting van de turners, is het belangrijk om deze per turntoestel kwantificeerbaar te maken. Omdat de belasting per turntoestel nogal verschilt (andere spiergroepen en gewrichten, hogere of juist lagere intensiteiten etc.), is het belangrijk te weten hoe lang een turner aan elk toestel traint.
Dit wordt nu gemeten door middel van een in de hal gemonteerd ultra wideband systeem (bakens) dat de positie van de sporters in de turnhal bepaalt, in combinatie met draagbare sensortechnologie die de bewegingen van de sporters vastlegt. Op basis van de data die worden opgehaald en door het lab worden vertaald naar begrijpelijke informatie voor de coaches, kunnen de trainingen voor de sporters meer ‘op maat’ worden gemaakt. En dit draagt bij aan het verminderen van blessures, een beter welzijn en daardoor betere prestaties.
Sander Schreven (L) en Roald van der Vliet (R)
BrabantSport werkt met vele partijen samen zodat sporters met slimme innovaties het beste uit zichzelf kunnen halen, zowel qua performance als vitaliteit. De sportfieldlabs of ‘performance centra’ spelen daarin een centrale rol. Onderstaand het verhaal van het InnoSportLab de Tongelreep en directeur Roald van der Vliet.
ROALD VAN DER VLIET WERKT AAN HET ZWEMMEN VAN DE TOEKOMST
Het TeamNL centrum van BrabantSport werkt ten behoeve van het verbeteren van Brabantse topsportprestaties nauw samen met fieldlabs. Het InnoSportLab de Tongelreep is er daar een van. In Eindhoven werken wetenschappers en ondernemers actief samen aan het zwemmen van de toekomst. Met veel technologische ondersteuning worden de kleinste details gemeten en verbeterd. Dat helpt sterk mee om de medaillekansen van de Nederlandse zwemtop te vergroten. Ook wordt hier nagedacht over de basis van dit topzwemmen, met andere woorden, hoe moet een zwemles er in de toekomst uit zien. Rasechte Brabander Roald van der Vliet (ook onderdeel van het netwerk van aanvoerders van ambitie) is de man die alles aanstuurt en nog net zo gedreven als hij was in zijn eigen zwemcarrière!
WETENSCHAP IN DE ZWEMSPORT Jaren geleden kwam de Johan Cruijff van het zwemmen, Jacco Verhaeren op Roalds pad toen hem gevraagd werd of hij assistent wilde worden bij PSV zwemmen. Assistent van de grootste zwemtrainer van Nederland. ‘Mijn antwoord was dat ik niemands assistent wilde zijn en liever zijn baas wilde worden of minimaal gelijkwaardig zijn.’ Veel later, in 2005, zijn Roald en Jacco uit eten gegaan. Ze spraken toen over het gegeven dat er te weinig wetenschap in de zwemsport zit. ‘We waren het er beiden over eens, maar het ontbrak aan de benodigde middelen. Via ‘zwemprofessor’ Huub Toussaint, de vader van Kira, kwam ik uiteindelijk als manager terecht bij het innovatielab. Van nature en vanuit mijn familiegeschiedenis ben ik meer een ondernemer. We maakten gebruik van camera’s om metingen te verrichten. Dat was allemaal veel te lastig voor mensen zoals ik met twee linkerhanden. We hebben daarop veel stagiaires binnengehaald. Daarnaast was er de ambitieuze Sander Schreven. Hij is een groot wetenschappelijk talent en heeft de gouden combinatie. Hij kan ook nog eens goed met de sportwereld omgaan én hij kan dingen maken!’ LEREN DOOR INNOVEREN Een van de projecten waaraan gewerkt wordt, heet Swimsight; een monitoringssysteem dat de belangrijkste parameters van een zwemsporter tijdens de training in beeld brengt en via een dashboard presenteert aan de coach en de sporter zelf. ‘Dit gaat over talent herkennen. Het enthousiast maken is net zo belangrijk is als het meten van verbeteringen. We meten nu bijvoorbeeld of kinderen het zwemmen ook leuk vinden. Moeten ze huilen als ze door dat gat onder water zijn gezwommen of vinden ze het gaaf? Dat soort metingen doen we niet in korte periodes, maar gewoon als promotieonderzoek zodat er vier jaar lang gemeten wordt. Het meten heeft ook al opgeleverd dat van een gemiddelde zwemles van 30 minuten er maar zeven minuten echt actief bewogen wordt. Swimsight is een innovatie. Overigens ben ik van mening dat innoveren om te innoveren op zich niet goed is.
Nee, we moeten problemen oplossen. Een probleem dat ontstaat als je kinderen enthousiast maakt om te gaan sporten, is het gebrek aan kader. Het kan natuurlijk niet dat je mensen over een drempel helpt en je kunt niet terecht op woensdagmiddag omdat er geen trainer aanwezig is. Het systeem moet veranderd worden om dit te voorkomen.’ TOEKOMST VAN HET ZWEMMEN Het harde werken in het lab leverde geweldige resultaten op. De zwemtop profiteerde! Een volgende stap was het vinden van meer talent. Volgens Roald is ook hier enthousiasmering van de jeugd broodnodig. ‘Nu is sport voor de jeugd vaak een lesje en linkt het niet naar de sportwereld. Dat is de dood in de pot en brengt de toekomst van onze sport zelfs in gevaar. Binnen de zwemwereld moet er wat veranderen. Kinderen halen gemiddeld tussen hun 4e en 6e jaar hun zwemdiploma. Dan is er drie jaar niets voordat ze bijvoorbeeld bij PSV terecht kunnen. Dat moet anders. Er moet ook meer kindgericht gewerkt worden. Kinderen moeten spelend kunnen leren. Ook moet er aandacht zijn voor leuke dingen naast de trainingen. Ik denk dan aan het Paaskamp van PSV. Het kan best zijn dat Pieter van den Hoogenband juist door deze extra lol is gebleven en daardoor topzwemmer is geworden. Van de 180.000 kinderen die ieder jaar hun diploma halen, stromen er slechts 5000 door naar het zwemmen als sport. Dat zijn dan ook 175.000 niet-zwemmers….Overheid doe je plicht zeg ik dan.’ WENS De wens van Roald voor de toekomst van het zwemmen is duidelijk, alles begint met het enthousiasmeren van de jeugd. Ook heeft hij de wens dat hij en collega’s nog lang mogen blijven innoveren voor de sport. ‘Begin klein. En begin vooral met toepasbare zaken. Op basis van successen van kleine innovaties doorgaan met de volgende stap en….niet stoppen, maar steeds blijven doorgaan! Zo maken we samen Brabant sterker door sport.’